Ontdek de 214 specialiteiten van onze lokale ondernemers
Naast de vaste clubs houden vrijwilligers ook een insectentuin bij. De insectentuin is zo ontworpen dat er het hele jaar door bloeiende planten te vinden zijn waar zowel insecten als mensen door worden aangetrokken. De tuin draagt eveneens bij aan de biodiversiteit van de tuin en ondersteunt de bijen uit de Buurtuin.
In onze eigen ontmoetingsruimte beschikken we over een keuken met toebehoren, toilet en andere handige faciliteiten om workshops en activiteiten te organiseren. De activiteiten richten zich op het zelf doen of maken; het zelf bezig zijn, liefst in de buitenruimte. Met je handen in de modder, zelf brandnetelsoep maken, een workshop snoeien. Je kunt het zo gek niet bedenken of wij staan ervoor open. Bekijk de agenda voor nieuwe activiteiten. Heb je zelf een idee voor een openbare activiteit of workshop in de Buurttuin? Neem dan contact met ons op.
Deze activiteit onderzoekt samen met kinderen en hun ouders hoe je bewust met gezondheid en voeding om kunt gaan. O.a. door wat je in de moestuin vindt te oogsten en te verwerken tot eten. Deze kinderen en hun ouders zijn geworven via omliggende scholen. De deelnemers volgen een traject dat duurt van mei tot oktober en zij komen elke woensdagmiddag.
Een deel van onze Buurttuin is ingericht met 25 kleine volkstuinen: hier hebben we de afgelopen jaren liefhebbers de gelegenheid gegeven hun eigen groenten en fruit te verbouwen, terwijl de rest van de Buurttuin nog in ontwikkeling was. Nu de Buurttuin steeds meer vorm krijgt, is er de wens vanuit de stichting om de individuele volkstuintjes op een meer gezamenlijke manier voort te zetten. Hoe dat er precies uit komt te zien wordt momenteel ontwikkeld.
Op dinsdag, donderdag en zondag openen we de deuren van onze ontmoetingsruimte en is iedereen welkom om langs te komen voor een kop koffie of thee. Soms is er iets lekkers en altijd is er wel iets te doen in de tuin. Onkruid wieden, (ver)planten in de kruidenbakken, perkjes bijwerken, gereedschap lenen om in de moestuin te werken, maar ook met z’n allen om tafel voor een goed gesprek. We zijn open van 14:00 – 16:00 uur. De actuele openingstijden zijn te vinden op het krijtbord.
Een deel van de Buurttuin bestaat uit een schuine helling die is omgedoopt tot weide. Ieder jaar houden we hier – vanaf de lente tot en met de herfst – een kleine kudde schapen die de weide begraast. De Schapenclub is verantwoordelijk voor het welzijn van de schapen én de weide. Door het constant ‘verkampen’ van de schapen binnen de weide vergroten we de biodiversiteit van de gehele helling. We zijn altijd op zoek naar nieuwe buurttuinherders. Interesse, neem contact op.
Op het Dakpark groeit een ruime variatie aan kruiden, heesters en bomen. In de Buurttuin werken vrijwilligers aan het vergroten, behouden en beschermen van de biodiversiteit. Er is een inheemse-plantentuin en een vierkantemeterwildernis. Bekijk lijsten met planten op diverse plaatsen op het Dakpark hier.
Een voorbeeld van sociaal ondernemerschap is de Groengroep. Dit werken op basis van wederkerigheid is deel van de contractafspraken tussen de hovenier en de gemeente Rotterdam. De Groengroep neemt het meest arbeidsintensieve handwerk van de hovenier over en bespaart hen daarmee kosten. Dit wordt vergoed in kennis, begeleiding en gereedschap. De Groengroep onderhoudt onder meer de bloemperken, kruidentuin, mediterrane rotstuin, de kweeperen, hortensia’s en de pergola. De groep heeft een actief bestand van 25 deelnemers. Er wordt elke zaterdag door gemiddeld 8 mensen gewerkt en daarnaast zijn er 4 keer jaar brede workshops voor zo’n 20 deelnemers. Je kunt zonder vooraf aanmelden meedoen.
De woonkamer wordt een ontmoetingsplek voor alle bewoners een plek voor warmte en ontmoeting. Naast een warm welkom staat de koffie en thee klaar.
Tijdens de ontmoetingen kunnen bewoners hulp en ondersteuning krijgen bij hun vragen over energie en alle problematiek die zich daar nu in voor doet, ze komen zelf met ideeën als het gaat om warmte en energie en samen kijken hoe dit dan wel klein of groot voor een bewoner of de hele community is te realiseren. Er kan ondersteuning geboden worden bij schuldenproblematiek en de armoede die dit tot gevolg kan hebben.
Als ze de kachel even niet willen laten branden en een plek zoeken om warm te blijven of eenzaam zijn. Ook de bewoners die eenzaam en geïsoleerd leven vinden hierin een plek. Samen met de andere bewoners kunnen ze ideeën uitwisselen en vragen stellen hoe om te gaan met energie en de daarbij komende kosten, ondersteund door vrijwilligers en bewoners uit de wijk.
De ontmoeting helpt bij het verbinden van de bewoners onderling, ze veerkrachtig maken door een community te vormen, elkaar helpen en ondersteunen.
Er wordt samengewerkt met vooral de bewoners en bestaande initiatieven en organisaties zoals o.a. het Huis van de Toekomst, het Bollenpandje en andere ontmoetingsplekken en organisaties die contact hebben met de bewoners.
Een ruimte waar professionals en bewoners een plek kunnen reserveren om ongestoord te kunnen werken.
Wifi, koffie/thee en een warme werkruimte worden geboden.
Zoals de naam al zegt; een ruimte geschikt voor vergaderingen en presentaties.
Wifi, koffie/thee, beamer en een warme werkruimte worden geboden.
Om de kinderen bij deze reis te begeleiden heb ik een aantal lessen samengesteld voor zowel onder- als bovenbouw.
Deze lessen zijn laagdrempelig en voor ieder kind haalbaar.
Tijdens de lessen maak ik o.a gebruik van (zachte) muziek, licht, matjes en kussens. Doekjes, hoelahoeps en nog veel meer!
Bij voorkeur in een rustige omgeving met voldoende ruimte.
Voorkomen is beter dan genezen, ook bij jongeren. Veel van de huidige jeugdhulp en ondersteuning komt pas op gang, als de problemen van de jongere al zo goed als onherroepelijk zijn. Te laat, dus. En dat terwijl in het kader van jeugd en veiligheid, preventie de allerbeste oplossing is. Het voorkomt dat alledaagse opgroei- en opvoedproblemen escaleren tot ernstige problemen waarvoor specialistische zorg moet worden ingeschakeld. Met een goed preventief jeugdbeleid legt een gemeente de basis voor een gezonde, veilige en kansrijke omgeving waarin kinderen opgroeien.
Preventief jeugdbeleid zorgt er aan de voorkant voor dat jongeren niet in de problemen kómen, maar optimaal hun kansen benutten. Daar wacht je niet mee tot ze op de middelbare school zitten. Tijdens de basisschoolperiode kun je al een belangrijke basis leggen, kinderen zijn dan nog volop in ontwikkeling. Een leraar of sportcoach signaleert mogelijke, toekomstige problemen. En dán?
Hoe zorgt u ervoor dat de jeugd in uw gemeente kansrijk, gezond en veilig kan opgroeien? Heeft u vragen over het ontwikkelen van een resultaatgericht preventief jeugdbeleid in uw gemeente? Of wilt u weten hoe uw gemeente de lokale infrastructuur op het gebied van jeugd en welzijn kan versterken? Wij helpen u graag!
Laat het ons weten. Wij gaan graag met u in gesprek!
Werkloze jongeren en voortijdig schoolverlaters zijn vaak kwetsbaar en raken in de problemen binnen leefgebieden als financiën, huisvesting, gezondheid of thuissituatie. Voor jongeren tussen de 14 en 27 jaar die het tegenzit is er daarom het Jongeren Service Punt. Een plek die fungeert als vangnet, maar ook als trampoline. Een trampoline die hen het spreekwoordelijke zetje geeft om hen te stimuleren (terug) naar school of aan het werk te gaan. Met goede individuele en groepsgerichte begeleiding investeren we in hun toekomst.
Een Jongeren Service Punt (hierna: JSP) heeft als doel om kwetsbare of overlastgevende jongeren (weer) op positieve wijze te laten deelnemen aan de maatschappij, het fungeert als vangnet en trampoline. Deze doelgroep vindt het lastig een weg te vinden binnen bestaande hulpverlening. Ze weten niet waar aan te kloppen, en áls ze dat doen, blijken reguliere instellingen vaak te hoogdrempelig en slechts gericht op een deel van het probleem. Jongeren kunnen bij het JSP altijd terecht: een laagdrempelige, vrije inloop waar hulp altijd gratis is. Het doel is tweeledig, aan de hand van individuele begeleiding lossen we enerzijds de hulpvraag op, anderzijds voorkomen we met trainingen en voorlichting nieuwe hulpvragen.
Het JSP creëert een kansrijke omgeving en levert een belangrijke bijdrage aan talentontwikkeling. Begeleiders stimuleren het zelfvertrouwen en laten jongeren zelf initiatief tonen door hen actief mee te laten denken over hun (toekomst)wensen en drijfveren. Hierdoor gaan zij in zichzelf geloven, herkennen zij hun intrinsieke motivatie en voelen zij zich verantwoordelijk. De jongeren groeien uit tot mondige, zelfredzame en kansrijke burgers, die een constructieve bijdrage leveren aan de maatschappij en de toekomst in eigen handen nemen.
Ondersteuning begint vaak praktisch: met een zoektocht naar opleiding, stage of bijbaan. Maar, een JSP werkt integraal: de jongere staat centraal, niet het vakgebied van de professional. Het zoeken van passende scholing of werk wordt daarom in de context van andere leefgebieden geplaatst, want achter (bijna) iedere hulpvraag schuilt een groter verhaal. De focus ligt op school, stage of werk, maar wanneer een jongere andere, zwaardere problemen blijkt te hebben, worden samenwerkingspartners uit het wijknetwetwerk ingeschakeld.
Naast de individuele begeleiding, wordt – met name preventief – ook groepsgericht gewerkt. Met trainingen en voorlichtingen op scholen worden leerlingen voorbereid op de stageperiode of arbeidsmarkt. De trainingen in de klas maken leerlingen vaardiger op het gebied van solliciteren, waarbij rollenspellen ingezet worden en leerlingen oefenen met sociale- en werknemersvaardigheden.
Het JSP streeft naar een duaal proces, waarbij niet alleen de jongere wordt klaargestoomd, maar ook organisaties en werkgevers uit het netwerk. Het JSP adviseert en ondersteunt hen om een erkend leerbedrijf te worden, om zo het tekort aan stageplaatsen en werkplekken voor jongeren te verkleinen.
Jongeren die overlast veroorzaken, zijn vaak jongeren die kwetsbaar zijn. Jongeren met complexe problemen, die niet meer weten waar te beginnen om die problemen op te lossen. Een wirwar aan wetten, loketten, organisaties en fondsen maken hulp zoeken niet makkelijk. Ze worden van het bekende kastje naar de muur gestuurd en dreigen tussen wal en schip te vallen. Intensief Case Management (hierna: ICM) is een methodiek om jongeren tussen de 14 en 27 jaar met meervoudige, complexe problematiek te begeleiden naar zelfstandigheid. ICM is de brug tussen jongeren en instanties en maakt verbindingen waar nodig.
Doel van ICM is om jongeren met meervoudige problematiek met intensieve ondersteuning te begeleiden naar zelfstandigheid en positieve participatie in de samenleving. De aard van de problematiek maakt in beginsel niet uit: jongeren die overlast veroorzaken, dakloze jongeren zonder inkomen of dagbesteding, maar ook tienermoeders met psychosociale problematiek. ICM dient ter ondersteuning van jongeren met probleemgedrag die vaak buiten het bereik van voorzieningen blijven, of voor wie de bestaande hulp niet toereikend is.
De kracht van ICM is het intensieve, outreachende karakter en de non-conventionele manier van begeleiding. Samen met de jongere worden problemen en belemmeringen zo veel als mogelijk aangepakt, zodat ruimte ontstaat voor zinvolle dagbesteding als werk of onderwijs. Een Intensief Case Manager maakt niet alleen gebruik van eigen expertise op gebieden als vroegsignalering, aanjagen eigen kracht en talenten, activering en participatie, maar ook van de expertise van lokale netwerk- en ketenpartners. Samen bereik je altijd meer. ICM betekent daarom óók domein overstijgende samenwerkingsverbanden aangaan, met partijen als de politie, Bureau Jeugdzorg, Sociale Dienst, het onderwijs, woonbegeleiding en (psychiatrische) hulpverlening.
Het is een methodiek, die ontstaan is vanuit de behoefte aan een aanpak die aansluit bij de leefwereld, wensen en behoeften van zowel de risicojongeren, als hun ouders en de samenleving.
Kent u dat? Uw kinderen komen thuis met huiswerk en heeft een heleboel vragen hierover maar u weet er geen antwoord op. Of uw kinderen heeft gewoonweg niet de middelen of ruimte om rustig en geconcentreerd te werken aan hun huiswerk. Wij bieden uw kinderen de mogelijkheid om in alle rust hun huiswerk te kunnen maken. Daarbij kunnen ze met al hun vragen bij onze begeleiders terecht. Zo nodig worden de kinderen ook overhoord door een van onze begeleiders. Wij bieden de kinderen zo veel mogelijk materiaal aan, o.a computers, oefenschriften, printers, schrijfwaar en toegang tot internet.
de koffietafel is weer open! elke dinsdag morgen van 10 tot 12 uur staat de koffie (of thee) klaar en bent u welkom met al uw vragen, ideeën of opmerkingen over straat buurt en wijk.
Van 29 september t/m 31 oktober 2021 speelt Onderwater Producties de locatievoorstelling CLUB UPPERCUT in een van de ruige loodsen aan de Schiehaven in Rotterdam. Een absurdistische, humorvolle én confronterende voorstelling over geweld.
Agressie is onlosmakelijk verbonden met de mensheid. Eeuwenlang was het vrij normaal om met een ingeslagen schedel te eindigen. Van kinds af aan worden we doodgegooid met grimmige sprookjes en brute Bijbelverhalen. Gewelddadige series op Netflix scoren enorm goed en bokscholen zijn een hit. Toch ontkennen mensen de gewelddadige kant in zichzelf. Of schamen zich ervoor.
In CLUB UPPERCUT wordt geweld gerehabiliteerd en gaan acteurs Evrim Akyigit, Afke Weltevrede en Jeroen Rienks met het publiek op zoek naar de fascinatie voor geweld; de aantrekkelijkheid en de weerzin.
Op 1 juli aanstaande moet je als vereniging of stichting voldoen aan de nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR).
Uit onderzoek onder 36.000 verenigingen en stichtingen blijkt dat ruim 62% van de besturen van de verenigingen en stichtingen nog nooit van de WBTR gehoord heeft[1]. Van de andere 38% heeft twee-derde nog geen idee hoe ze invulling gaan geven aan de wettelijke verplichtingen. Conclusie: 86% van alle besturen is nog niet in actie gekomen. Dat zijn tekenende cijfers.
De onbekendheid met de WBTR wordt mede veroorzaakt doordat er weinig aandacht is in de media; je leest en hoort er in de pers weinig over. De coronacrisis vraagt alle aandacht. Maar dat is geen excuus voor besturen om niet aan de wet te voldoen. Koepelorganisaties hebben daar ook een taak om hun achterban te informeren. 1 juli 2021 komt snel naderbij. Dan geldt de nieuwe wet en moeten organisaties daarnaar handelen. Informeer daarom de besturen van aangesloten organisaties. Daarbij kun je gebruik maken van de checklist die inzicht geeft in wat de gevolgen zijn van de WBTR voor de organisatie en het stappenplan op wbtr.nl dit helpt bij hoe jouw organisatie aan de WBTR kan voldoen. Vereniging NOV is partner van dit initiatief en met gebruik van de kortingscode krijgen leden van NOV 50% korting als ze zich aanmelden op https://wbtr.nl/partner/nov/.
Praktisch doe-programma met o.a. workshops aan kinderen en jongeren waarbij we ze praktische en mentale vaardigheden aanleren zodat zij beter om kunnen gaan met stress, verandering en tegenslag
MENTAAL010 is de praktische mentale survivalkit voor jonge (kwetsbare)Rotterdammers, die behoefte hebben aan directe, praktische mentale ondersteuning voor hulpvragen over o.a. Corona, stress, gezondheid, armoede en verandering. Zowel online, offline als fysiek.
Zij kunnen hier 24/7 terecht en aan de slag met hun persoonlijke mentale plan.
Activiteiten:
- Wekelijkse onlinesessies met focus op mentale skills
- Wekelijke sessies met inzet van Virtual Reality (stresscoaching)
- Workshops/labsessies voor mentale professionals, ouders, docenten, betrokkenen, etc
Schoolbegeleiding voor kinderen in Bospolder-Tussendijken
Lukt het u niet goed om uw kind thuis de juiste ondersteuning te bieden bij het onderwijs? Of heeft u het zwaar met uw kinderen thuis? Om kinderen te ondersteunen en ouders te ontlasten, starten we met schoolklasjes in de Huizen van de Wijk.
Indeling van de klasjes:
Groep 3: Maandagochtend + donderdagochtend
Groep 4: Maandagmiddag + donderdagmiddag
Groep 5: Woensdagochtend + donderdagochtend of vrijdagochtend
Groep 6: Woensdagmiddag + donderdagmiddag of vrijdagmiddag
Groep 7: Dinsdagochtend + vrijdagochtend
Groep 8: Dinsdagmiddag + vrijdagmiddag
Wat: In klasjes van 6 krijgen kinderen hulp en begeleiding bij het thuisonderwijs.
Waar: In BoTu: Pier80, VEC en Peoples Power
Wanneer: De klasjes starten op vrijdag 29 januari en duurt zolang de scholen dicht blijven. Per groep zijn er 2 klasjes per week
Aanmelden:
Heeft u vragen of wilt u uw kind aanmelden? Neem dan contact op met Team Toekomst via 010-8430197 of yamina@teamtoekomst.nl
De Dolfijn is een peuterspeelzaal voor kinderen van 2 tot 4 jaar. Op dit moment zijn er vier ochtendgroepen en vier middaggroepen. Alle groepen worden opgevangen op de dependance van de Valentijnschool, aan de van Duylstraat 18. Uw kind kan twee dagdelen geplaatst worden zodra het 2 jaar is. Bij 2 jaar en 4 maanden mag uw kind 4 dagdelen komen. Indien uw kind een CJG-indicatie heeft, zijn deze twee extra dagdelen gratis.
De Dolfijn bestaat reeds 30 jaar en heeft in de loop van de jaren een goede reputatie opgebouwd op het gebied van peuteropvang. Het woord peuterspeelzaal doet vermoeden dat de kinderen naar De Dolfijn komen om te spelen. Echter voor kinderen van deze leeftijd staat spelen gelijk aan leren. Om de tijd die de kinderen in de peuterspeelzaal doorbrengen zo plezierig en leerzaam mogelijk te maken, werkt De Dolfijn volgens het voorschool programma Piramide en leggen we de nadruk op Spelend Leren. Daarnaast worden de kinderen op de verschillende ontwikkelingsgebieden nauwlettend gevolgd. Deze manier van werken wordt doorgezet in de groepen 1 en 2 van de Valentijnschool. Hierdoor is een doorgaande lijn voor uw kind gewaarborgd. Er is een nauwe samenwerking met de Valentijnschool
Elke maandag en woensdag van 10 tot 12 uur is de wijkpsycholoog te vinden in Studio Delfshaven aan de Watergeusstraat 53b Heb je een vraag, probleem of mededeling? Loop dan gerust binnen! Op andere dagen is de wijkpsycholoog actief op andere plaasten in de wijk.
Het is 2030 en de Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken is volledig klimaatneutraal. Om het energieverbruik drastisch te verlagen, worden alle huishoudelijke taken gemeenschappelijk georganiseerd. Koken, eten, afwassen, douchen, de was doen, tanden poetsen, naar het toilet gaan: het gebeurt allemaal buiten de woning. Zodoende is het energieverbruik in individuele huishoudens zo klein geworden dat ze niet alleen van het gas maar ook van het elektriciteitsnetwerk kunnen worden afgekoppeld. .
In de vroege jaren 2020 werd nog impliciet aangenomen dat alle huishoudelijke taken binnen de muren van het individuele huishouden moeten worden uitgevoerd. Maar dat is niet overal ter wereld zo, en het is evenmin altijd zo geweest in Nederland. Zo telde Rotterdam in de eerste helft van de twintigste eeuw honderden waterstokerijen. Mensen kwamen er warm water halen voor onder meer het wassen van kleding en het schoonmaken van de woning.
De waterstokerij verdween pas aan het eind van de jaren 1950 met de komst van aardgas – en verdient dus opnieuw alle aandacht nu Nederland weer van het gas af is. Ook andere huishoudelijke taken werden eeuwenlang gemeenschappelijk georganiseerd. Openbare badhuizen, gemeenschapskeukens en bakovens bestaan al sinds de Oudheid in verschillende culturen. Het wassen van kleren gebeurde gezamenlijk op bepaalde plekken gedurende bepaalde dagen van de week.
De wijk Bospolder-Tussendijken is geïnspireerd door die geschiedenis. Op de pleinen in de buurt werden gemeenschappelijke badhuizen, washuizen, keukens en kantines gebouwd. De bewoners vervullen daar samen dagelijks hun huishoudelijke taken.
Gemeenschappelijke voorzieningen brengen heel wat voordelen met zich mee. Ten eerste komt er veel ruimte vrij in individuele woningen, waar alleen nog slaapkamers en woonkamers nodig zijn. Er kunnen bijgevolg meer mensen in een woning worden gehuisvest, zodat de huishoudens opnieuw groter zijn geworden.
Het gemiddelde Nederlandse huishouden bestond in 1900 nog uit vijf personen, maar in 2000 en 2018 was dat gedaald tot respectievelijk 2,3 en 2,1 personen. Er moeten dus steeds meer keukens, badkamers, wasmachines en droogtrommels worden geproduceerd en getransporteerd. Dat is goed voor de economie, maar het kost wel veel extra energie, materialen en geld. Bovendien zijn grotere apparaten voor een gemeenschappelijke voorziening een stuk energie-efficiënter dan een heleboel kleinere apparaten.
Door de huishoudelijke taken gemeenschappelijk te maken, is het energieverbruik in de individuele huishoudens flink gedaald. De apparaten die de meeste energie verbruiken, zijn immers uit de woning verdwenen. Bovendien wordt het energieverbruik per bewoner kleiner naarmate er meer mensen in een huishouden samenwonen -- bijvoorbeeld het energieverbruik voor de verlichting neemt niet evenredig toe met het aantal bewoners, aangezien meerdere mensen van hetzelfde licht kunnen profiteren.
De benodigde elektriciteit voor verlichting en elektrische apparaten wordt ter plekke opgewekt door spierkracht of -- als het weer gunstig is -- door de zonnepanelen op het dak van het gebouw. De huishoudens beschikken slechts over een beperkte energieopslag, voldoende om de nacht door te komen. Daartoe beschikt elk gebouw over een zwaartekrachtbatterij, die de huishoudens delen met de buren.
Als de zon niet schijnt, dan wekken de bewoners zelf elektriciteit op met behulp van fitnessapparaten. Zowel de zonnepanelen als de fitnessapparaten zijn verbonden aan een gelijkstroom laagspanning elektriciteitsnetwerk in de woning, zodat omzettingsverliezen worden vermeden. Hebben de bewoners geen zin om zelf elektriciteit op te wekken voor de verlichting op een bewolkte dag, dan is er altijd nog de mogelijkheid om kaarsen aan te steken.
In de woningen in Bospolder-Tussendijken wordt geen aardgas meer verbruikt. Alle huishoudelijke taken die warmte vereisen -- koken, douchen, afwassen -- zijn gemeenschappelijk georganiseerd. De enige uitzondering is verwarming, die logischerwijze ook in de individuele woningen aanwezig moet zijn. Verwarming nam in 2020 nog de grootste hap uit het totale energieverbruik van een Nederlands huishouden: ongeveer 60-70%.
Moderne verwarmingssystemen zijn bijzonder energieverkwistend, omdat ze het volledige luchtvolume in een ruimte opwarmen. Slechts een miniem deel van het energieverbruik van de centrale verwarming wordt nuttig gebruikt voor het verwarmen van mensen. In BoTu werd voor een radicaal andere aanpak gekozen: niet de ruimte wordt verwarmd, maar de mens zelf. De bewoners van Bospolder-Tussendijken maken gebruik van gepaste kleding (zoals thermisch ondergoed) en persoonlijke warmtebronnen zoals de warmwaterkruik of de voetenstoof.
Veel bewoners kozen ook voor de traditionele "korsi". Dit verwarmingselement, dat vooral in het Midden-Oosten maar ook in andere landen zoals Spanje en Japan (onder andere benamingen) vroeger heel gewoon was, bestaat uit een tafel waaronder een bak met hete kolen is bevestigd. De bewoners schuiven hun benen onder tafel en trekken vervolgens een deken over het meubel heen. Op die manier hebben ze het prettig warm in een koele ruimte.
Wie het desondanks toch nog koud heeft, kruipt in de bedstede (een geïsoleerd bed dat de lichaamswarmte goed vasthoudt) of gaat elektriciteit produceren. Lichaamsbeweging is immers de beste bescherming tegen koude. De woning wordt geïsoleerd door tapijten aan de wand, een veel goedkopere oplossing dan het na-isoleren van bestaande woningen.
Het is een zonnige zaterdagmiddag in 2030 en de bewoners van de eerste klimaatneutrale buurt in Nederland trekken in grote getale naar de belangrijkste winkelstraat. Op eigen kracht, zonder het gebruik van fossiele brandstoffen of elektriciteit.
De eerste klimaatneutrale wijk in Nederland is uiteraard autovrij. Er wordt veel en vlot gefietst, want zonder auto’s is er opeens heel veel plaats, ook voor grotere vrachtfietsen. Maar er zijn ook talrijke andere door spierkracht aangedreven voertuigen, zoals skateboards, handkarren of ouderwetse kruiwagens. Ezels brengen landbouwproducten van het dakpark naar de gemeenschappelijke keukens, en brengen het keukenafval weer terug.
De elektrische step, populair in andere delen van de stad, is ook te zien in Bospolder-Tussendijken. Dat lijkt absurd, want de batterij moet worden opgeladen door middel van spierkracht, zodat je evengoed met behulp van spierkracht rechtstreeks naar je bestemming kan steppen. Niettemin heeft de elektrische step zijn nut, zeker 's zomers. Wie niet bezweet op een afspraak wil aankomen, kan de batterij vóór de afspraak opladen, een douche nemen, en dan naar de bestemming rijden.
Er is echter nog een optie om zonder inspanning ergens heen te gaan. Er rijden sinds vele jaren twee trams door de buurt -- tram 4 en tram 8 -- en die zijn er in 2030 nog steeds. Alleen worden ze nu aangedreven door spierkracht. De voertuigen zijn ongeveer even lang als de oude modellen – om en bij de 25 meter – maar zijn een stuk lichter gebouwd. Het koetswerk bestaat uit hout, is half-open en wordt afgedekt met zeildoek. Het leeggewicht van de tram bedraagt 10 ton, met 80 passagiers erin wordt dat 16 ton.
Vervoer op rails is bijzonder energiezuinig. Het contact tussen metalen rails en metalen wielen levert nauwelijks energieverlies door wrijving op. In vergelijking met een even zwaar voertuig op luchtbanden kost het voortstuwen van een voertuig op rails ongeveer twintig keer minder energie – tenminste als het terrein vlak is en de snelheid constant blijft. Bij het accelereren is het voordeel kleiner: een voertuig op rails heeft dan tien keer minder energie nodig dan een voertuig op luchtbanden.
Ongeveer twintig mensen volstaan om de tram met tachtig passagiers voort te bewegen aan een snelheid van gemiddeld twintig kilometer per uur. Versnellen vraagt de meeste inspanning: eens het voertuig op snelheid is, moet er nauwelijks nog een inspanning worden geleverd. Als de tram volzet is, hoeven 60 passagiers dus helemaal niets te doen. Deze passagiers betalen voor een ritje met de tram en de opbrengst gaat rechtstreeks naar de mensen die de tram aandrijven.
De verduurzaming van de wijktram verliep niet zonder slag of stoot, omdat de lijn ook andere wijken aandoet. Na moeizaam overleg met de vervoersmaatschappij werd besloten dat de tramlijnen over de gehele lengte (10-12 km) op spierkracht werken. De eerste klimaatneutrale buurt in Nederland wint daardoor ook aan bekendheid in de rest van de stad.
In 2016 gaf 43% van de volwassen bevolking in Nederland aan eenzaam te zijn. Het Ministerie van Volksgezondheid definieert eenzaamheid als “je niet verbonden voelen. Je mist een hechte, emotionele band met anderen, of je hebt minder contact met andere mensen dan je wenst.” Eenzaamheid maakt ongelukkig en veroorzaakt gezondheidsrisico’s.
In Bospolder-Tussendijken is er in 2030 van eenzaamheid geen sprake meer. Om energie te besparen, worden huishoudelijke taken gemeenschappelijk uitgevoerd: koken, eten, douchen, tanden poetsen, de was doen, het land bewerken, brandhout hakken, naar de wc gaan: het gebeurt allemaal met andere mensen in de buurt. Bovendien zijn huishoudens opnieuw groter geworden, zodat er altijd wel iemand thuis is.
Met het verdwijnen van eenzaamheid ontstond wel een nood aan privacy en afzondering. Opvallend in het straatbeeld van Bospolder-Tussendijken zijn de vele hotels en pensions waar bewoners een kamer voor zichzelf kunnen huren, ook voor korte tijd. Andere pensions richten zich op tijdelijke arbeidskrachten, nog andere handelszaken worden vaker door paren bezocht.
Als eerste klimaatneutrale wijk in Nederland is Bospolder-Tussendijken een buitenbeentje. Maar dat betekent niet dat de bewoners afgesloten zijn van de buitenwereld: ze hebben een mobiele telefoon en maken gebruik van internet. Het verschil is dat het lokale communicatienetwerk niet afhankelijk is van fossiele brandstoffen.
Hoeveel energie verbruikt het internet?
Het internet valt het niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Maar kunnen we het ons wel blijven veroorloven? In 2020 bedraagt het globale energieverbruik van het digitale communicatienetwerk naar schatting al meer dan 3.000 terawattuur, ongeveer 12% van het globale elektriciteitsverbruik. Zouden we het internet op menskracht doen draaien, dan zijn er meer dan 10 miljard mensen nodig die zich allemaal 8 uur per dag en 365 dagen per jaar in het zweet werken.
Opmerkelijk is dat het stijgende energieverbruik van internet niet wordt veroorzaakt door een groeiend aantal gebruikers, maar door een groeiend energieverbruik per gebruiker -- het dataverkeer stijgt zeven keer sneller dan het aantal internetgebruikers. Een eerste reden daarvoor is het toenemende gebruik van draagbare computers en draadloze internettoegang, waardoor we steeds vaker online zijn en dus ook meer data downloaden.
Een tweede reden is de alsmaar stijgende "bitsnelheid" van de geraadpleegde inhoud. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van digitale televisie en het streamen van video, maar dezelfde trend is ook waar te nemen in de evolutie van websites, die steeds "zwaarder" worden. Het internet begon als een tekstmedium, maar beelden, muziek en video zijn net zo belangrijk geworden. Het downloaden van een video kost evenveel energie als het downloaden van honderden foto's, terwijl het downloaden van een foto evenveel energie kost als het downloaden van duizenden pagina's tekst.
Internet op menskracht
Terwijl de rest van de wereld verder gaat in de richting van een steeds onduurzamer communicatie-infrastructuur, bijvoorbeeld door de uitbouw van het 5G-netwerk, kozen de bewoners van Bospolder-Tussendijken eind 2020 voor de ontwikkeling van een "lichtgewicht" internet dat volledig onafhankelijk is van fossiele brandstoffen.
Omdat digitale video en televisie de grootste hap uit het dataverkeer nemen -- gevolgd door games en muziek -- worden ze in de nieuwe infrastructuur off-line gehaald. Bovendien zijn alle websites van lokale bedrijven afgeslankt, onder meer door het gebruik van foto's met lage resolutie. Websites die niet in de buurt zijn gevestigd, worden bekeken door een filter die het downloaden van de pagina's veel zuiniger maakt.
De nieuwe infrastructuur is gebaseerd op wifi, dezelfde technologie die thuis of in de koffiebar een snelle draadloze verbinding mogelijk maakt. Een standaard wifi-signaal geeft internettoegang in een cirkel en heeft een vrij beperkt bereik van ongeveer 30 meter. Als er echter andere soorten antennes worden gebruikt, kan een wifi-signaal worden gebundeld en over een veel grotere afstand worden verzonden. Met een netwerk van wifi-knooppunten wordt het dan mogelijk om data uit te wisselen van het ene knooppunt naar het andere.
Het energieverbruik bedraagt slechts 30 watt per knooppunt in het netwerk, wat het mogelijk maakt om de infrastructuur volledig op menskracht te doen draaien. De door de bewoners gebouwde infrastructuur heeft een veel lagere downloadsnelheid dan een glasvezelverbinding, maar omdat er niet langer zware bestanden worden verstuurd, is dat geen probleem.
Digitale duivenpost
Dat digitale televisie, video, muziek en softwaredownloads offline zijn gehaald, wil niet zeggen dat ze zijn verdwenen. Voor deze "zwaardere" digitale bestanden zette de buurt immers een tweede netwerk op, dat in de eerste plaats op dierkracht draait: de digitale duivenpost. Films, televisieprogramma's, muziek, games en software-upgrades worden verdeeld via SD-cards, digitale opslagmedia die een halve duim groot zijn en slechts 1 gram wegen. Die opslagmedia worden in kleine rugzakjes gestopt en door de duiven naar hun bestemming gebracht.
Al in de Oudheid werd ontdekt dat duiven over een excellent navigatiesysteem beschikken. Ze vliegen altijd terug naar de plaats waar ze zijn opgegroeid en verzorgd, hoe ver en hoe lang ze ook van die plaats zijn verwijderd. De meeste oude beschavingen beschikten over uitgebreide en strak georganiseerde postbedelingssystemen op basis van duiven. Een goed getrainde postduif kan met een vracht van 1 gram een gemiddelde snelheid van ongeveer 50 kilometer per uur volhouden over een afstand van 600 km. De duivenpost was het snelste communicatiemedium tot aan de komst van de elektrische telegraaf.
Het gebruik van postduiven klinkt ouderwets, maar als er grotere digitale bestanden worden verstuurd, is een duif ook vandaag vaak sneller dan het internet. Stel dat we een bestand van 100 gigabyte willen versturen van Rotterdam naar Amsterdam, een afstand van ongeveer 60 km in vogelvlucht. Een snelle glasvezelverbinding (100 Mbps) doet daar iets meer dan twee uur over. Een postduif met SD-card (capaciteit 128 GB) klaart de klus echter in iets meer dan een uur, twee keer zo snel dus, en dat voor slechts een paar korrels graan.
Logistiek
Bospolder-Tussendijken is een wijk met een beperkte oppervlakte: de maximale afstand die in de buurt kan worden afgelegd, is slechts 1,3 kilometer. Bijgevolg is de postduif ook voor kleinere bestanden (vanaf ongeveer 1 GB) sneller dan het internet. Hoewel de dienst nog steeds uitbreidt, kan de digitale duivenpost in Bospolder-Tussendijken alvast een succes worden genoemd. De buurt telt al 129 knooppunten voor het verzenden en ontvangen van grote bestanden. Bewoners vragen een bestand op via het "normale" internet en gaan het vervolgens ophalen bij het dichtsbijzijnde knooppunt.
De digitale duivenpost draait niet alleen op dierkracht, maar ook op menskracht. Een postduif vliegt slechts in één richting: naar huis. De zender moet dus over de duiven van de ontvanger beschikken. Dat is alleen maar mogelijk door een logistiek op te zetten die lijkt op die van deelfietsen: duiven die hun plicht hebben vervuld, moeten ook weer worden opgehaald. Die activiteit steunt op menskracht, ofwel te voet of per fiets. Er is ook menskracht nodig voor de selectie van de opslagmedia en het trainen van de duiven -- die nu al met zo'n 30.000 zijn.
Een recente trend is dat sommige huishoudens hun eigen duiventil hebben geïnstalleerd. Bovendien zijn de bewoners erin geslaagd om ook verder gelegen gebieden in hun netwerk op te nemen. Er zijn al postkantoren geïnstalleerd in het centrum van Rotterdam, in Amsterdam en in Groningen. Het interstedelijk dataverkeer is voorlopig beperkt, maar de buurt is ervan overtuigd dat de digitale duivenpost uiteindelijk een landelijk systeem zal worden.
Bemesting
Het grote succes van de digitale duivenpost gaat ook met een aantal problemen gepaard. Het internet mag dan trager zijn dan de postduif, het schijt niet op je kop. Van de nood werd echter een deugd gemaakt. De duiven worden gehuisvest in grote torens waar hun uitwerpselen makkelijk verzameld kunnen worden. Duivenpoep bevat een hoog gehalte aan stikstof en is één van de beste (en duurste) meststoffen die er te vinden zijn.
Historisch gezien was duivenpoep een belangrijk product, niet alleen als meststof maar ook voor het maken van buskruit. In Bospolder-Tussendijken komt gecomposteerde duivenpoep goed van pas in de moestuinen, boomgaarden en hakhoutbossen van de wijk. De vogels leveren ook lekker vlees en eieren.
Deze Rotterdamse wijk draait 100% op menskracht, biomassa, zon en wind
naar aanleiding van de stadstour Couleur Locale 2023 hierbij de volgende informatie:
1. de presentatie zoals gegeven tijdens Stadstour Couleur Locale 2023;
2. het afwegingskader;
3. handreiking begroting;
4. handreiking inhoudelijke aanvraag.
De gewijzigde regeling is op 12 juli 2022 door het college van B&W vastgesteld en gaat per direct in. Naar verwachting zal de gewijzigde regeling in de week van 18 juli op de gemeentelijke website gepubliceerd staan. Te vinden via de volgende link:
https://www.rotterdam.nl/loket/subsidie-couleur-locale/
Wij vragen u het afwegingskader en de handreikingen goed door te nemen zodat u bij het opstellen van uw inhoudelijke aanvraag met de bijbehorende begroting op alle vragen antwoord geeft en daarmee een complete aanvraag indient. Daarmee vergroot u uw kans op toekenning.
Wij willen u erop wijzen dat e-herkenning 2 nodig is voor het indienen van een aanvraag.
Aanvragen voor jaarlijkse subsidies dienen uiterlijk 1 oktober 2022 ingediend en compleet te zijn. Dit zijn subsidies met een looptijd van 1 januari t/m 31 december. Als er stukken ontbreken dan geldt de datum van aanlevering van die stukken als datum aanvraag.
Aanvragen voor eenmalige subsidies, voor projecten met een kortere looptijd dan een jaar, kunnen ook na 1 oktober nog ingediend worden tot het budgetplafond bereik is. Het is daarbij mogelijk dat het subsidieplafond per 1 oktober al bereikt is.
Mentoraatstrajecten
Tijdens de gebiedstours is de gemeente gevraagd duidelijkheid te geven over wat de gemeente ziet als mentoraatstrajecten. De gemeente ziet mentoraatstrajecten als trajecten waarbij een jongere gekoppeld wordt aan een mentor voor één-op-één structurele, intensieve begeleiding over een bepaalde periode. Tijdens het mentoraatstraject wordt gewerkt aan het versterken van sociaal emotionele vaardigheden, het vergroten van het schoolsucces en het versterken van een positief pedagogisch klimaat.
Enkele belangrijke links zetten wij hieronder op een rij:
https://www.rotterdam.nl/wonen-leven/wijkprogrammering/
Nationaal kenniscentrum over opgroeien | Nederlands Jeugdinstituut (nji.nl)
.Bewezen effectieve interventies Jeugd beschreven bij het NCJ
Nederlands Centrum Jeugdgezondheid | Interventies (ncj.nl)
Voor mentale gezondheid - Trimbos-instituut
Stemmen op bewonersinitiatieven | Rotterdam.nl
Mocht u toch nog vragen hebben over de vernieuwde regeling of naar aanleiding van deze mail, neem dan gerust contact op! Als het gaat om algemene vragen over de gewijzigde regeling 2023 kunt u contact opnemen met:
Pytrik van der Lugt
06-15002750
Voor inhoudelijke vragen over uw aanvraag voor 2023 kunt u contact opnemen met de gebiedsadviseur Jeugd of de beleidsadviseur welzijn Volwassenen uit uw gebied.
Op een zestal locaties in Delfshaven kunnen ouderen aanschuiven in hun wijk, elkaar ontmoeten door samen met creativiteit, op ieder zijn eigen niveau & interesses, in een prettige omgeving, aan de slag te gaan. Samen met plezier wat moois maken! Kunstbegeleiders assisteren de groepen waardoor deelnemers aangenaam verrast worden door wat zij zoal kunnen maken! Deelnemers geven aan wat ze willen doen & leren. Iedereen is welkom! Kijk in de 'agenda'
Een gezellige koffietafel waar je wat kunt lezen of een gesprekje kan hebben met andere bezoekers. Daarnaast proberen we eens in de twee weken ook een leuke creatieve tafel te hebben (schilderen, sieraden maken, etc.) of worden er spelletjes gedaan.